Geschreven door Tom Barten, Founder van Changing Life. Voor het laatst bijgewerkt: 8 juli, 2024
Puur en alleen het getal op de weegschaal zegt niet zoveel over je progressie of resultaat. Je lichaamsgewicht bestaat namelijk uit meer dan alleen vetmassa. De verhouding tussen vet- en vetvrije massa is juist zo interessant. Je lichaamsgewicht bestaat uit:
• Inhoud van maag, darmen en blaas;
• Je skelet;
• Ingewanden;
• Spiermassa;
• Vetmassa;
• Water;
• Eventuele kleding die je draagt.
Gewichtsschommelingen in een korte tijd kunnen vrijwel nooit verklaard worden door een toe- of afname in lichaamsvet. Het ‘beeld’ dat de weegschaal schetst wordt her- en der vertroebeld door je dynamische vochthuishouding en de inhoud van je maag, blaas en darmen.
Als je die vertroebelingen eruit weet te filteren, maakt dat de weegschaal beter geschikt als één van de parameters om je voortgang mee bij te houden. Aangevuld met andere methoden om progressie te monitoren zoals het maken van foto’s of het meten van lichaamsomvang.
Belangrijk is om jezelf altijd onder dezelfde omstandigheden te meten aangezien het getal dan het meest betrouwbaar is. Dus op hetzelfde tijdstip, in dezelfde kleding of naakt, in dezelfde ruimte, eens in de maand of op een vast moment.
Wijzigingen in je lichaamssamenstelling, veroorzaakt door een toe- of afname van vetweefsel of spiermassa, manifesteren zich over het algemeen beter over een langere periode. Denk in weken of maanden in plaats van dagen. Waar die (dagelijkse)gewichtsschommelingen dan wel door veroorzaakt worden?
• Koolhydraatrijk voedsel: dit houdt meer vocht vast;
• Zout eten: dit houdt wederom weer extra vocht vast;
• (Chronische) stress: een verhoogde cortisolafgifte leidt tot vocht vasthouden;
• Spierschade na (kracht)training: kleine scheurtjes kunnen ontstaan na een zware training die ontstekinkjes in de spieren veroorzaken. Dit gaat gepaard met het vasthouden van extra vocht in de spieren;
• Een volle buik: stoelgang heeft ook invloed op het getal op de weegschaal;
• De menstruatiecyclus: gedurende bepaalde dagen in de maand houdt het lichaam extra vocht vast;
• Creatine suppletie: creatine zorgt voor vochtretentie;
• Alcoholgebruik: alcohol werkt juist vocht afdrijvend waardoor het kan lijken alsof je lichter bent dan de avond ervoor.
Toch kan dagelijks zelf wegen wel voordelen opleveren. Zo kan het belangrijk zijn voor gewichtsbehoud na afvallen én daarnaast preventief worden ingezet om ongewenste gewichtstoename te voorkomen. Ook lijkt men hierdoor bewuster om te gaan met voeding en een fysiek actievere leefstijl.
Helaas kan regelmatig wegen en het getal op de weegschaal op sommige mensen ook een psychologische impact hebben. Dit kan leiden tot een negatief lichaamsbeeld en/of een verstoorde relatie met voeding.
Voor de één kan het dus een effectieve zelfregulatietool zijn en een manier om over een langere tijd genomen (het behoud van) resultaat te monitoren. Voor een ander kan het juist veel negatieve stress opleveren en gevolgen met zich meebrengen voor eigenwaarde en een gezonde relatie met voeding. Doe wat werkt voor jou!
Maag leeg, blaas leeg, en gevuld met (lichte) spanning voor het getal dat zal verschijnen: de weegschaal heeft bij veel van ons een vaste plek in het ochtendritueel. Als dat voor jou ook geldt zal het je niet ontgaan zijn dat het getoonde gewicht van dag tot dag nogal kan verschillen. Kan je dus in een etmaal tijd afvallen en aankomen, of is er een hele andere verklaring voor gewichtsschommelingen? In dit artikel lees je alles over wat het getal op de weegschaal daadwerkelijk betekent en waarop het gebaseerd is, zodat je het op de juiste waarde kunt schatten.
Het getal op de weegschaal betreft je totale lichaamsgewicht. Dit bestaat onder andere uit:
• Inhoud van maag, darmen en blaas;
• Je skelet;
• Ingewanden;
• Spiermassa;
• Vetmassa;
• Water;
• Eventuele kleding die je draagt.
Informatie over de hoeveelheid en verhoudingen tussen vet- en vetvrije massa ontbreekt echter op de gemiddelde personenweegschaal. Als je een fysiek doel voor ogen hebt is dat juist hetgeen dat interessant is. Puur en alleen het getal op de weegschaal zegt daardoor niet alles over je progressie of resultaat.
Denken dat dit wel zo is, en te veel waarde hechten aan het getal op de weegschaal kan ervoor zorgen dat er een vertekend beeld ontstaat van je eigen voortgang en in sommige gevallen zelfs een negatieve invloed hebben op eigenwaarde, zelfbeeld en eetgedrag.
Eigenwaarde en lichaamsbeeld koppelen aan een getal op de weegschaal is helaas iets dat wel voorkomt. De ‘angst’ die ontstaat om in de buurt van een bepaald getal uit te komen kan er zelfs voor zorgen dat een verstoorde relatie met voeding ontstaat. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat jij je leven laat leiden door een getalletje waarvan de context ontbreekt.
Aan de andere kant van de medaille zijn er mensen die juist positieve motivatie halen uit regelmatig zelf wegen en dit inzetten als een tool voor zelfregulatie en het bijhouden van progressie of resultaat. Hoe effectief de inzet van een weegschaal is bij het behalen en/of behouden van fysieke doelen hangt sterk af van hoe je het getal dat je ziet interpreteert en welke waarde je eraan hecht.
Het is goed om je ervan bewust te zijn wat het getal op de weegschaal je precies vertelt en waarop het gebaseerd is. Nogmaals: het ontbreekt aan informatie over lichaamssamenstelling, ook wel je lichaamscompositie genoemd. Dat betekent dat een halve kilo meer of minder verklaart kan worden door tal van andere dingen dan vetopslag of verlies. Welk percentage van het totaalgewicht precies bestaat uit vet- of spiermassa is onduidelijk.
Als je een fysiek doel voor ogen hebt zoals afvallen of aankomen is dit juist essentiële informatie die je vertelt of je op de juiste weg bent. Wanneer afvallen het doel is wil je daarbij doorgaans zoveel mogelijk droge spiermassa behouden, en als je juist iets wilt aankomen is het vaak de bedoeling dat die gewichtstoename uit zoveel mogelijk spiermassa en zo min mogelijk vetmassa bestaat. De weegschaal zegt daar niet zoveel nuttigs over.
Gisterochtend stapte je naar alle tevredenheid van de weegschaal af, maar toen je vanmorgen vol goede moed opnieuw aantrad viel wat je daar te zien kreeg nogal tegen. Waar komt die halve kilo verschil in vredesnaam opeens vandaan? Voor eens en voor altijd: dergelijke gewichtsschommelingen in zo’n korte periode kunnen vrijwel nooit worden verklaard door een toe- of afname in lichaamsvet. Verderop in dit artikel gaan we hier uitgebreid op in.
Waar het in het kort op neer komt is dat het ‘beeld’ dat de weegschaal schetst her- en der vertroebeld wordt door je dynamische vochthuishouding en de inhoud van je maag, blaas en darmen. Als je die vertroebelingen eruit weet te filteren maakt dat de weegschaal beter geschikt als een van de parameters om je voortgang mee bij te houden. Aangevuld met andere methoden om progressie te monitoren zoals het maken van foto’s of het meten van lichaamsomvang.
In hoeverre het getal op de weegschaal je voorziet van betrouwbare informatie over je huidige resultaat of gemaakte progressie, is van meerdere factoren afhankelijk. Allereerst is het natuurlijk van belang dat de weegschaal zelf naar behoren werkt en op een juiste (rechte en harde) ondergrond staat. Daarnaast komt het de betrouwbaarheid ten goede als je zorgt dat de omstandigheden waarin jij jezelf weegt altijd exact hetzelfde zijn. Dat betekent altijd op hetzelfde tijdstip, in dezelfde kleding of naakt, in dezelfde ruimte etc.
Ook speelt frequentie mee. Bij dagelijks wegen is de kans dat je vrij veel fluctuerende getallen te zien krijgt groot. Door je minder vaak te wegen, bijvoorbeeld eens in de maand op een vast moment, wordt het gemakkelijker deze invloeden eruit te filteren en genereer je een beter inzicht in hoe het er op dit moment voor staat.
Weeg jij jezelf (bijna) dagelijks en valt het je inderdaad op dat het voorkomt dat het getal op de weegschaal hoger of lager uitvalt dan een dag eerder? Dan betekent dit dus niet dat je enkel bent aangekomen of afgevallen in lichaamsvet. In feite is dat zo goed als onmogelijk. Neem dan het gemiddelde van de week om een trendlijn vast te stellen.
Elke doorgewinterde weger is bekend met het scenario waarin je opeens anderhalve kilo zwaarder weegt dan gisteren. In deze alinea gaan we voor eens en voor altijd afrekenen met de paniek over verloren resultaat, die daaruit voort kan komen.
Het is belangrijk om te begrijpen dat vet een hoge energiedichtheid heeft. Met een metaboliseerbare energiedichtheid van ongeveer 9.4 kcal per gram, bevat een kilogram vet ongeveer 9441 kcal. Dit verklaart waarom vetreserves een aanzienlijke energiebron zijn voor ons lichaam.
De bewering dat je 7000 kcal moet verbranden voor één kilogram vet (of 3500 kcal voor een halve kilo) is wijdverspreid, maar niet volledig accuraat. Deze regel is gebaseerd op een vereenvoudigd model waarbij wordt verondersteld dat alle calorieën afkomstig zijn van vetweefsel en dat er geen andere factoren in het spel zijn.
Ook wordt er vaak in ponden gesproken en dat één pond gelijk staat aan 500 gram. Dat wordt vervolgens weer gekoppeld aan de 3500 kcal om een halve kilo te verliezen. Eén pond is echter geen 500 gram, maar 453,59237 gram. Dat zou betekenen dat er gesproken moet worden over circa. 3750 kcal in plaats van 3500 kcal.
Onderzoek heeft aangetoond dat vetweefsel niet uitsluitend uit vet bestaat, maar ook water en eiwitten bevat. Ongeveer 87% van het vetweefsel is triglyceriden (vet), terwijl de rest bestaat uit water en eiwitten. Op basis hiervan schatten experts dat het werkelijke energietekort voor het verlies van één kilogram puur vetweefsel ongeveer 8260 kcal bedraagt, in plaats van 7000 kcal.
De berekening van 8260 kcal per kilogram komt voort uit een formule voorgesteld door Hall in zijn studie uit 2008 [1]. De formule houdt rekening met het energieverschil dat nodig is voor gewichtsverlies, waarbij rekening wordt gehouden met de energiedichtheid van vet en vetvrije lichaamsmassa.
Energie (calorieën) die je binnenkrijgt uit eten en drinken worden ook weer gebruikt voor alles dat je dagelijks doet. Denk aan het op gang houden van primaire levensprocessen, het verteren van voedsel, knipperen met je ogen, krabben in je nek, boodschappen doen en trainen. Werkelijk alles kost energie. Aankomen in lichaamsvet gebeurt als je voor een langere periode een positieve energiebalans hanteert. Dat betekent meer calorieën binnenkrijgen dan gebruiken.
Een deel van de energie zal vrijkomen in de vorm van warmte en wordt dus niet opgeslagen in het lichaam [2]. Ook wordt er in de wetenschappelijke literatuur rekening mee gehouden dat het binnenkrijgen van een grote hoeveelheid calorieën in één keer, ervoor zorgt dat het energiegebruik afkomstig van NEAT (Non-Exercise Activity) onbewust toeneemt [3].
Twee mensen die exact dezelfde hoeveelheid calorieën binnenkrijgen, kunnen een totaal ander NEAT energiegebruik hebben. Dat betekent dat de uiteindelijke hoeveelheid energie die overblijft om als lichaamsvet te worden opgeslagen ook zal verschillen. Vermoedelijk is dit deels genetisch bepaald [3] [4].
Tijdens een avond lekker (uit)eten met vrienden eet je misschien meer dan je normaal thuis doet. De volgende morgen stap je op de weegschaal die je een kilo meer geeft dan de dag ervoor. Het is niet realistisch om erin te geloven dat je een kilo lichaamsvet bent aangekomen in een nacht tijd, veroorzaakt door een avond waarin je de touwtjes liet vieren. Dat zou namelijk een netto energie-overschot betekenen van ongeveer 8260 kcal.
Wijzigingen in je lichaamssamenstelling veroorzaakt door een toe- of afname van vetweefsel of spiermassa, manifesteren zich over het algemeen beter over een langere periode. Denk in weken of maanden in plaats van dagen. Waar die (dagelijkse)gewichtsschommelingen dan wel door veroorzaakt worden? Dat lees je hieronder.
Het menselijk lichaam is complex. Zo is je actuele lichaamsgewicht onderhevig aan allerlei invloeden die maken dat het zelfs per uur kan verschillen. Geen toe- of afname in vetmassa maar de factoren die we hieronder bespreken zijn de mogelijke verklaring voor gewichtsschommelingen op dagelijkse basis.
Hier moeten we eerst een wijdverspreid misverstand wegnemen: koolhydraatrijkvoedsel is niet per definitie een ‘dikmaker’. Aankomen in lichaamsvet gebeurt op het moment dat je voor langere periode een positieve energiebalans hanteert, niet specifiek door het eten van koolhydraten.
De reden dat het lijkt alsof je een flink bord pasta in de avond ’s morgens direct in het getal op de weegschaal terugziet is vocht. Een deel koolhydraten houdt ongeveer vier delen water vast. Daarom zorgt een koolhydraat-arm of ketogeen dieet in de beginfase ook voor relatief veel gewichtsverlies in korte tijd. Dit is geen vet- maar vochtverlies [5].
Je lichaam is gewend aan een bepaalde hoeveelheid zout (natrium) per dag. Een keer veel zouter eten dan normaal zorgt ervoor dat je extra vocht vasthoudt. Van de één op de andere dag overstappen van een zoutrijk naar een zoutarm voedingspatroon kan andersom ook leiden tot vochtverlies en daarmee tot een lager getal op de weegschaal. Wederom is de verklaring dus vocht in plaats van vet.
Chronische stress beïnvloedt de werking van hormonen, waaronder cortisol. Cortisol heeft een kruisreactie met de aldosteronreceptor. Deze is betrokken bij het reguleren van de vochtbalans. Een verhoogde cortisol afgifte leidt in dit geval tot vocht vasthouden en dat zie je terug op de weegschaal. In onderzoek is een verband gevonden tussen cognitieve dieetbeperking en vocht vasthouden als gevolg van verhoogde cortisolspiegels.
De extra hoeveelheid vocht zorgde voor een hoger getal op de weegschaal en maskeert daarmee vetverlies dat wel degelijk plaatsvond. Dit is een uitstekend voorbeeld van hoe het getal op de weegschaal misleidende informatie over voortgang kan opleveren mits geen rekening wordt gehouden met deze invloeden [6] [7].
Als gevolg van de spanning waaraan je je spieren blootstelt tijdens krachttraining kunnen kleine scheurtjes ontstaan die ontstekinkjes in de spieren veroorzaken. Dit gaat gepaard met het vasthouden van extra vocht in de spieren, wat je ook weer terugziet als je de ochtend na een zware training op de weegschaal stapt [8].
Stoelgang heeft ook invloed op het getal op de weegschaal. Als je maag of darmen nog vol met voedsel zitten slaat het getal logischerwijs hoger uit dan wanneer alles verteerd/opgenomen is en je lichaam heeft verlaten. Dat geldt net zo voor wegen met een volle blaas in vergelijking tot wanneer je net geplast hebt [9]. Het advies is daarom eigenlijk om altijd te wegen na een toiletbezoek op nuchtere maag.
Bij vrouwen kan de menstruatiecyclus een belangrijke oorzaak zijn van schommelingen in lichaamsgewicht. Fluctuerende hormoonspiegels beïnvloeden de vochthuishouding eveneens. Gedurende bepaalde dagen in de maand houdt het lichaam daardoor extra vocht vast.
Het gebruik van creatine kan ook een reden zijn dat je vocht vasthoudt. In onderzoek is een toename van 6.2% over de totale hoeveelheid lichaamsvocht gesignaleerd in een periode van vier weken. Het lijkt erop dat creatine in minder sterke mate voor vochtretentie zorgt [10]. Dit is overigens wel een individuele aangelegenheid, geen algemeenheid.
Alcohol levert zeven calorieën per gram en kan daarmee best aantikken voor de energiebalans als je een avondje lekker doordrinkt. De ochtend erna met je brakke hoofd op de weegschaal stappen kan zorgen voor een positief gemoed: waarschijnlijk ben je lichter dan de dag ervoor. Ook nu valt dat niet te verklaren met een afname in lichaamsvet maar door uitdroging. Alcohol werkt vocht afdrijvend.
Of de weegschaal één van de parameters is die je kunt gebruiken om je voortgang bij te houden, hangt dus nogal af van hoe je deze inzet. De wetenschap vertelt ons het volgende over het effect van (dagelijks) zelf wegen tijdens gewichtsverlies of het behoud daarvan.
Een systematische review uit 2013 illustreert drie hoofdcomponenten die zouden samenhangen met succesvol gewichtsverlies en behoud:
• Een verantwoord calorietekort;
• Regelmatige fysieke activiteit;
• Duurzame gedragsverandering [11].
Dagelijks op de weegschaal stappen blijkt een veelbelovende strategie om zelfcontrole uit te oefenen die essentieel is voor gewichtsverlies en behoud [12] [13]. Dit sluit aan op de hypothese dat mensen beter in staat zijn tot het reguleren van hun gedrag als ze dit gedrag zelf controleren en evalueren aan de hand van zelfgekozen doelen [14].
Gedragsverandering begint bij bewustwording van een probleem, opgevolgd door een persoonlijke autonome beslissing om de gewoonte die dit probleem in stand houdt te doorbreken. In een onderzoek dat keek naar resultaatbehoud na gewichtsverlies, bleek dat 44% van de deelnemers met resultaatbehoud na een jaar zich dagelijks zelf woog [15].
Regelmatig wegen lijkt dus positief te kunnen werken voor resultaatbehoud na gewichtsverlies. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met de mogelijkheid dat het ongewenste gewichtstoename zou kunnen voorkomen. In een studie waarin de onderzoekspopulatie uit eerstejaars studentes bestond, werden betere resultaten gezien voor gewichtsbehoud na twaalf weken en een jaar bij deelnemers die zich dagelijks wogen [16].
Een onderzoek uit 2017 associeerde dagelijks zelf wegen met duidelijke dalingen in BMI-waarden en lichaamsvetpercentage over een tijdsbestek van twee jaar bij jonge vrouwen. Kenmerkend aan deze studie was de aandacht voor de relatie tussen dagelijks zelf wegen en veranderingen in lichaamsvetpercentage door de tijd heen. Geconcludeerd werd dat dagelijks zelf wegen niet alleen belangrijk kan zijn voor gewichtsbehoud na afvallen, maar ook preventief kan worden ingezet om ongewenste gewichtstoename te voorkomen [17] [18].
Gezien de energiebalans nog altijd leidend is, is de invloed van dagelijks wegen op fysiek resultaat niet direct maar indirect. Een onderzoek van zes maanden stelde vast dat dagelijks zelf wegen verband houdt met ander gedrag dat gezondheid/fitheid en fysieke doelen ondersteund. Denk aan bewust omgaan met voeding en een fysiek actievere leefstijl.
Voor de volledigheid is het goed om daarbij te benoemen dat deze resultaten deels, maar zeker niet volledig kunnen worden toegeschreven aan de positieve impact van dagelijks wegen. Deelnemers uit de hierboven besproken onderzoeken ontvingen ook op wekelijks basis e-mails met educatieve content in de vorm van lessen, en op hen persoonlijk gerichte feedback. De voordelen van dagelijks zelf wegen op het behalen en behouden van resultaat lijken daarmee versterkt te worden door het opdoen van relevante kennis en individuele ondersteuning [19].
Het is niet alleen maar lof. In de literatuur zijn ook argumenten te vinden die pleiten tegen regelmatig zelf wegen. De grootse reden hiervoor is de eventuele psychologische impact die het getal op de weegschaal op mensen kan hebben [20]. Op het moment dat wat je op de weegschaal ziet niet meer losgekoppeld kan worden van je lichaamsbeeld, en je geen oog meer hebt voor alle factoren die het beeld dat wordt geschetst vertroebelen, kan dit leiden tot een negatief lichaamsbeeld en/of een verstoorde relatie met voeding [21] [22].
Zelf wegen kan voor de één een effectieve zelfregulatietool zijn en een manier om over een langere tijd genomen (het behoud van) resultaat te monitoren. Voor een ander kan het juist veel negatieve stress opleveren en gevolgen met zich meebrengen voor eigenwaarde en een gezonde relatie met voeding. Twijfel je over de inzet van de weegschaal? Overleg deze kwestie dan met een professional.
Ons motto is: doe wat werkt voor jou. Voor sommige mensen kan de weegschaal een prettige aanvullende tool zijn die helpt bij het behalen of behouden van resultaat. Voor anderen levert de weegschaal een hoop negatieve stress op en een vertekenend beeld van zowel resultaat als eigen lichaam.
Een verschil van anderhalve kilo in verhouding tot twee dagen eerder kan niet worden verklaard door een toe- of afname in lichaamsvet. Het is goed om je hiervan bewust te zijn en te begrijpen dat wisselende getallen veroorzaakt kunnen worden door een tal van andere factoren zoals vocht vasthouden, een volle maag of blaas, of de tijd van de maand.
Iets anders dat we aanbevelen om een beter inzicht in je progressie te krijgen, en waarmee je de focus van gewicht afhaalt, is door ook andere manieren te hanteren om je resultaat te monitoren. Denk aan het opmeten van je omvang maten met een centimeter en het maken van progressiefoto’s.
Wil je graag een weegschaal gebruiken als één van de parameters om resultaat aan af te lezen? Hieronder een aantal tips om dat zo effectief mogelijk te doen:
• Veranderingen in je lichaamssamenstelling worden duidelijker zichtbaar over een langere periode. Bekijk je progressie niet op dagelijkse basis, maar naar de trends over een langere periode.
• Weeg jezelf altijd op een vast moment. Je hebt uitgebreid in dit artikel gelezen dat de vochtbalans in je lichaam of de inhoud van je maag en darmen voor drastische verschillen kunnen zorgen. Als je de ene keer in de avond op de weegschaal gaat staan nadat je een drie-gangen menu hebt weggewerkt en de volgende keer direct nadat je opstaat en het toilet hebt bezocht, zullen de resultaten wisselend zijn en geen duidelijk beeld geven over je progressie;
• Weeg jezelf dus bij voorkeur direct na het opstaan, voor je ontbijt en na een toiletbezoek;
• Weeg jezelf altijd naakt of in dezelfde outfit;
• Zorg dat je weegschaal op een harde vlakke ondergrond staat. Een zachte bodem kan de weegschaal uit balans halen en de nauwkeurigheid van de meting beïnvloeden;
• Als jij je zelf dagelijks weegt, neem dan het gemiddelde van een week, zodat je op weekbasis een bepaalde trendlijn kan ontdekken;
• Gebruik meer parameters om je voortgang te bepalen dan uitsluitend de weegschaal.
Het getal op de weegschaal behelst je totale lichaamsgewicht. Over het aandeel van de verhoudingen tussen verschillende onderdelen waar dit gewicht uit bestaat, ontbreekt informatie. De gemiddelde personenweegschaal zegt niets over bijvoorbeeld spiermassa tegenover vetmassa. Terwijl dat eigenlijk juist is wat je wilt weten als je fysieke doelen voor ogen hebt.
Als je afvallen of aankomen (een toe- of afname in het lichaamsvetpercentage) buiten beschouwing laat, blijven er veel factoren over die invloed uitoefenen op dat getalletje op de weegschaal. Als je je dagelijks weegt zal één van deze factoren veel vaker de reden zijn van eventuele gewichtsschommelingen, dan dat het daadwerkelijk samenhangt met de opslag of het verlies van lichaamsvet.
Onvoldoende bewustzijn rondom alle ”ruis op de lijn” waardoor je schommelingen in lichaamsgewicht toeschrijft aan een verandering in vet(vrij)massa, kan ertoe leiden dat wegen een verstrekkende en negatieve impact krijgt. In meer ernstige gevallen kan dit getal zo belangrijk worden dat het gevolgen met zich meebrengt op het gebied van zelf- en lichaamsbeeld en/of een verstoorde relatie met voeding veroorzaakt. Het getal dat de weegschaal (dagelijks) toont beschouwen als een realistische numerieke afspiegeling van je huidige lichaamssamenstelling zorgt voor een zeer vertekent beeld van de werkelijkheid.
Mits je weet waarop het getal op de weegschaal gebaseerd is, hier een passende waarde aan koppelt en dit allemaal los ziet van je lichaamsbeeld/eigenwaarde, kan jezelf wegen één van de parameters zijn waarmee je zicht krijgt op jouw resultaat en/of progressie.
Weet of denk je van jezelf dat dit getal in jouw hoofd uiteindelijk veel belangrijker zal worden dan het in werkelijkheid is? Overleg dan eerst met je coach of wegen wel een goed idee is, of probeer het voor een vooraf bepaalde periode en besluit dan of je hiermee wilt doorgaan of je liever volledig richt op alle andere mogelijkheden om je resultaat te monitoren.
Lichaamsvet en lichaamsgewicht zijn twee compleet verschillende dingen. Regelmatig (bijvoorbeeld eens in de vier weken) een weegmoment voor jezelf inlassen kan een prima parameter zijn om uit af leiden hoe het ervoor staat met de progressie zie je maakt. Het kan echter nooit de enige parameter zijn.
Door je vier wekelijkse weegmoment te combineren met het maken van progressiefoto’s en het meten van je lichaamsomtrek, kan je een objectief beeld over je voortgang en resultaat genereren vanuit verschillende invalshoeken. Zowel voor het maken van foto’s als voor het meten van lichaamsomtrek geldt net als voor wegen dat het belangrijk is om dit altijd binnen dezelfde context te doen. Dat betekent:
• Zorg altijd voor hetzelfde licht;
• Gebruik altijd dezelfde camera en hetzelfde meetlint;
• Draag altijd dezelfde outfit;
• Kies altijd hetzelfde tijdstip op de dag
De belangrijkste boodschap die we je willen meegeven via dit artikel is eigenlijk dat je je leven nooit zou moeten laten beïnvloeden door het getal op de weegschaal of door welk getal dan ook. Wat zegt dit onder de streep nu eenmaal over jou als persoon? Over jouw kwaliteiten als mens? Precies: helemaal niets!
Wie jij bent, wat je doet en hoe je je voelt is zoveel malen belangrijker dan wat je op de weegschaal ziet. Jij bent prachtig, puur om wie je bent. Dat staat sowieso los van alles dat te maken heeft met lichaamsgewicht en samenstelling. Richt je in plaats daarvan primair op of je lekker in je vel zit en je krachtig en energiek voelt. Dit vertelt veel meer over hoe het met je gaat, dan getallen kunnen.
1. Hall, Kevin D. “What is the required energy deficit per unit weight loss?.” International Journal of Obesity 32.3 (2008): 573-576. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/17848938/
2. Tai MM, Castillo P, Pi-Sunyer FX. Meal size and frequency: effect on the thermic effect of food. Am J Clin Nutr. 1991 Nov;54(5):783-7. doi: 10.1093/ajcn/54.5.783. PMID: 1951147. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/1951147/
3. Levine JA, Eberhardt NL, Jensen MD. Role of nonexercise activity thermogenesis in resistance to fat gain in humans. Science. 1999 Jan 8;283(5399):212-4. doi: 10.1126/science.283.5399.212. PMID: 9880251. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/9880251/
4. Bouchard C, Tremblay A, Després JP, Nadeau A, Lupien PJ, Thériault G, Dussault J, Moorjani S, Pinault S, Fournier G. The response to long-term overfeeding in identical twins. N Engl J Med. 1990 May 24;322(21):1477-82. doi: 10.1056/NEJM199005243222101. PMID: 2336074. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/2336074/
5. Biochemistry. 5th edition. Glycogen Metabolism Berg JM, Tymoczko JL, Stryer L.New York: W H Freeman; 2002. https://hum-molgen.org/literature/10-2003/000001.html
6. Runcie, J., & Hilditch, T. E. (1974). Energy provision, tissue utilization, and weight loss in prolonged starvation. British medical journal, 2(5915), 352–356. https://doi.org/10.1136/bmj.2.5915.352 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/4835840/
7. McLean JA, Barr SI, Prior JC. Cognitive dietary restraint is associated with higher urinary cortisol excretion in healthy premenopausal women. Am J Clin Nutr. 2001 Jan;73(1):7-12. doi: 10.1093/ajcn/73.1.7. PMID: 11124742. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/11124742/
8. Ribeiro AS, Avelar A, Schoenfeld BJ, Ritti Dias RM, Altimari LR, Cyrino ES. Resistance training promotes increase in intracellular hydration in men and women. Eur J Sport Sci. 2014;14(6):578-85. doi: 10.1080/17461391.2014.880192. Epub 2014 Jan 28. PMID: 24471859. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/24471859/
9. Rose, C., Parker, A., Jefferson, B., & Cartmell, E. (2015). The Characterization of Feces and Urine: A Review of the Literature to Inform Advanced Treatment Technology. Critical reviews in environmental science and technology, 45(17), 1827–1879. https://doi.org/10.1080/10643389.2014.1000761 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/26246784/
10. Kutz MR, Gunter MJ. Creatine monohydrate supplementation on body weight and percent body fat. J Strength Cond Res. 2003 Nov;17(4):817-21. doi: 10.1519/1533-4287(2003)017<0817:cmsobw>2.0.co;2. PMID: 14636103. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/14636103/
11. Ramage S, Farmer A, Eccles KA, McCargar L. Healthy strategies for successful weight loss and weight maintenance: a systematic review. Appl Physiol Nutr Metab. 2014 Jan;39(1):1-20. doi: 10.1139/apnm-2013-0026. Epub 2013 Nov 4. PMID: 24383502. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/24383502/
12. Zheng Y, Klem ML, Sereika SM, Danford CA, Ewing LJ, Burke LE. Self-weighing in weight management: a systematic literature review. Obesity (Silver Spring). 2015 Feb;23(2):256-65. doi: 10.1002/oby.20946. Epub 2014 Dec 17. PMID: 25521523. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25521523/
13. Butryn ML, Phelan S, Hill JO, Wing RR. Consistent self-monitoring of weight: a key component of successful weight loss maintenance. Obesity (Silver Spring). 2007 Dec;15(12):3091-6. doi: 10.1038/oby.2007.368. PMID: 18198319. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/18198319/
14. Dec;15(12):3091-6. doi: 10.1038/oby.2007.368. PMID: 18198319. Frederick H. Kanfer, Paul Karoly,Self-control: A behavioristic excursion into the lion's den,Behavior Therapy,Volume 3, Issue 3,1972,Pages 398-416,ISSN 0005-7894 https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0005789472801400
15. Klem ML, Wing RR, McGuire MT, Seagle HM, Hill JO. A descriptive study of individuals successful at long-term maintenance of substantial weight loss. Am J Clin Nutr. 1997 Aug;66(2):239-46. doi: 10.1093/ajcn/66.2.239. PMID: 9250100. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/9250100/
16. Levitsky DA, Garay J, Nausbaum M, Neighbors L, Dellavalle DM. Monitoring weight daily blocks the freshman weight gain: a model for combating the epidemic of obesity. Int J Obes (Lond). 2006 Jun;30(6):1003-10. doi: 10.1038/sj.ijo.0803221. PMID: 16446748. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/16446748/
17. Rosenbaum DL, Espel HM, Butryn ML, Zhang F, Lowe MR. Daily self-weighing and weight gain prevention: a longitudinal study of college-aged women. J Behav Med. 2017 Oct;40(5):846-853. doi: 10.1007/s10865-017-9870-y. Epub 2017 Jul 8. PMID: 28689248. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/28689248/
18. Vanwormer, J. J., French, S. A., Pereira, M. A., & Welsh, E. M. (2008). The impact of regular self-weighing on weight management: a systematic literature review. The international journal of behavioral nutrition and physical activity, 5, 54. https://doi.org/10.1186/1479-5868-5-54 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/18983667/
19. Steinberg DM, Bennett GG, Askew S, Tate DF. Weighing every day matters: daily weighing improves weight loss and adoption of weight control behaviors. J Acad Nutr Diet. 2015 Apr;115(4):511-8. doi: 10.1016/j.jand.2014.12.011. Epub 2015 Feb 12. PMID: 25683820; PMCID: PMC4380831. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25683820/
20. Quick V, Larson N, Eisenberg ME, Hannan PJ, Neumark-Sztainer D. Self-weighing behaviors in young adults: tipping the scale toward unhealthy eating behaviors? J Adolesc Health. 2012 Nov;51(5):468-74. doi: 10.1016/j.jadohealth.2012.02.008. Epub 2012 Apr 4. PMID: 23084168; PMCID: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/23084168/
21. Dionne MM, Yeudall F. Monitoring of weight in weight loss programs: a double-edged sword? J Nutr Educ Behav. 2005 Nov-Dec;37(6):315-8. doi: 10.1016/s1499-4046(06)60162-0. PMID: 16242063. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/16242063/
22. Neumark-Sztainer D, van den Berg P, Hannan PJ, Story M. Self-weighing in adolescents: helpful or harmful? Longitudinal associations with body weight changes and disordered eating. J Adolesc Health. 2006 Dec;39(6):811-8. doi: 10.1016/j.jadohealth.2006.07.002. PMID: 17116510. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/17116510/